Algemeen voorkomende zangvogel. Lengte: 14 tot 16 cm. Periode: In de winter trekt een deel van de populatie weg, maar daar komen groenlingen uit het noorden voor terug, zodat ze het hele jaar door te zien zijn.
Het verenkleed van het mannetje is groen. De vleugelranden en de zijden van de staart zijn geel. Het vrouwtje is minder fel gekleurd dan het mannetje. Het ging een tijdje slecht met de groenling. Na een ziekte was de landelijke populatie behoorlijk gedecimeerd. Dit jaar zijn ze weer terug op de Houtribhoogte, maar in minder grote aantallen.